Pagina's

dinsdag 4 november 2014

Rho blog: De tijd van het ontwikkelingsgerichte plan buitengebied voorbij?

Eind jaren 90 werd de trend gezet: ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen buitengebied. Vele ontwikkelingen werden in deze bestemmingsplannen mogelijk gemaakt, al of niet na afweging. Tegelijkertijd wilden we voorwaarden kunnen stellen aan die ontwikkelingen. Afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden met vele (algemene) criteria waren het gevolg. Los van de hanteerbaarheid van deze plannen bleek in de praktijk dat de inkt van het plan nog niet droog was, of de eerste ontwikkeling deed zich voor die niet in het plan paste. Toch maar weer een postzegeltje maken.

Er is niks mis met het idee van ontwikkelingsgerichtheid, integendeel, de dynamiek van het buitengebied vraagt erom. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat deze dynamiek een plek krijgt. We wel heldere afwegingen kunnen maken, maar niet meer aan deze schijnontwikkeling zijn overgeleverd. Ook vraagstukken als stikstof en Natura 2000 vragen om een nieuwe blik op de ontwikkelingsgerichtheid van plannen.

Het antwoord is de drietrapsraket, waarbij elke trap een eigen functie heeft.

1. Visie
Om af te kunnen wegen of ontwikkelingen doorgang kunnen vinden of niet, heb je een visie nodig. Het belang van een visie wordt groter, als je voor ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied een tegenprestatie vraagt die bijvoorbeeld bijdraagt aan instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit (de zogenaamde vrijwillige bijdrage art 6.24 Wro). In dat geval helpt het, als de visie ook een kwaliteitskader bevat. Zowel van belang voor de toetsing als voor de initiatiefnemer, zodat die weet wat van hem wordt verlangd.

2. Een bestemmingsplan of beheersverordening is nodig om het kader juridisch te borgen.
Beperk de ontwikkelingsgerichtheid tot zaken die je rechtstreeks wilt toelaten. In ieder geval maak je in het bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk, die een andere afweging behoeven en waar een kwalitatieve tegenprestatie voor wordt verlangd. In die gevallen maak je gebruik van stap 3.

3. Ontwikkelingen die maatwerk vragen (bijvoorbeeld een kwalitatieve tegenprestatie) regelen we via een postzegelbestemmingsplan of met een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan.
De ontwikkeling en de kwaliteitsbijdrage worden getoetst aan de visie en het kwaliteitskader. Afspraken worden daarbij geborgd in een overeenkomst. Het gesprek tussen initiatiefnemer en gemeente aan het begin van het planproces is hierbij leidend.

Denk ook zeker samen na over inhoud van de visie (uitnodigend?), het proces dat hieraan ten grondslag ligt (participatie die verder gaat dan planvorming; co-creatie?), de veranderende werkwijze die dit vergt en de in te zetten instrumenten (bundelen en beperken). Zo kan èn met de slimme inzet van instrumenten ontwikkelingsgericht èn uitnodigend gewerkt worden, maar ook vast worden voorgesorteerd op de Omgevingswet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten